Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Is niet dit het vasten, dat Ik verkies: dat gij losmaakt [21]de knopen der goddeloosheid, dat gij ontdoet de banden [22]des juks, en dat gij vrij loslaat [23]de verpletterden, en alle [24]juk verscheurt? 21. Dat is, de zware dienstbaarheid uwer broeders, die zichzelven uit armoede aan u verkocht hebben, en die gij onbarmhartig tot zwaren arbeid aandrijft, alsof het vreemde slaven waren, hetwelk God verbiedt, Lev.25:39. Zie de aantekening aldaar. 22. Te weten van het juk, of der dienstbaarheid, die gij uwen verarmden broeders oplegt, dezelven onderdrukkende met uw woeker en boze werken. 23. Of, gebrokenen; dat is, tot verderf, of tot niet gebracht. 24. Juk, dat is, zware en onverdragelijke lasten. In een woord, de Heere leert in dit en in Jes.58:7 dat wanneer men recht en wel vasten zal, zo moet men zich niet alleen onthouden van lichamelijke spijs, maar men moet ook werken des lichts doen.